Al-‘Aqeedah Al-Waasitiyyah (deel 3)

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Voorzeker!, Allaah heeft diegenen lief die omwille van Hem strijden in geordende gelederen, alsof zij een hechte muur vormen.”

[Suurat As-Saff; 4]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“En Hij is de Vergevende, de Liefderijke.”

[Suurat Al-Buruuj; 14]

Zijn Genade:

En Allaah, de Verhevene, zegt:

“In de Naam van Allaah, de Barmhartige, de Genadevolle.”

En Hij, de Verhevene, zegt:

"Onze Heer, U omvat alle dingen in Uw Barmhartigheid en Kennis.”

[Suurat Al-Muumin; 7]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“En Hij is Genadig voor de gelovigen.”

[Suurat Al-Ahzaab; 43]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“…Mijn Barmhartigheid omvat alle dingen.”

[Suurat Al-A’raaf; 156]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Uw Heer heeft Zichzelf barmhartigheid voorgeschreven.”

[Suurat Al-An’aam; 54]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“En Hij is de Vergevensgezinde, de Genadevolle.”

[Suurat Yuunus; 107]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Maar Allaah is de Beste Beschermer en Hij is de Genadigste der Genadigen.”

[Suurat Yuusuf; 64]



Zijn Tevredenheid en Woede:

Allaah, de Verhevene, zegt:

“Allaah heeft behagen in hen en zij hebben behagen in Hem.”

[Suurat Al-Maaidah; 119]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“En wie een gelovige opzettelijk doodt, zijn vergelding zal de Hel zijn; daarin zal hij vertoeven. De Toorn van Allaah is op hem en Hij heeft hem vervloekt.”

[Suurat An-Nisaa; 93]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Omdat zij datgene volgen wat Allaah vertoornt en haten wat Hem behaagt.”

[Suurat Muhammad; 28]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Toen zij Ons vertoornden, straften Wij hen en verdronken hen allen.”

[Suurat Az-Zakhruuf; 55]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“…maar Allaah was afkerig van hun vertrek, Hij hield hen daarom terug…”

[Suurat At-Tawbah; 46]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Het is afkeurenswaardig bij Allaah dat u zegt, hetgeen u niet doet.”

[Suurat As-Saff; 3]

Zijn Komst:

En Allaah, de Verhevene, zegt:

“Zij wachten op niets anders, dan dat Allaah en de Engelen in de schaduw der wolken tot hen komen en dat de zaak beslist wordt.”

[Suurat Al-Baqarah; 210]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Verwachten zij niets anders dan dat Engelen tot hen zouden komen, of dat hun Heer zou verschijnen of dat enige der tekenen van uw Heer zouden plaatshebben? Op de dag, wanneer enige der Tekenen van uw Heer zullen verschijnen.”

[Suurat Al-An’aam; 158]


En Hij, de Verhevene, zegt:

“Neen, wanneer de aarde aan stukken wordt geschud en uw Heer komt en de Engelen in rijen gerangschikt zijn…”

[Suurat Al-Fajr; 21-22]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“En de Dag waarop de hemel met de wolken zal worden gespleten en de Engelen in grote aantallen worden neergezonden.”

[Suurat Al-Furqaan; 25]

Zijn Aangezicht en Handen:

Allaah, de Verhevene, zegt:

“En er blijft alleen het Aangezicht van uw Heer, de Bezitter van Heerlijkheid en Eer.”

[Suurat Ar-Rahmaan; 27]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Alles is vergankelijk behalve Zijn Aangezicht.”

[Suurat Al-Qassas; 88]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Allaah zei: "O Iblees, wat heeft u verhinderd te buigen voor hem, die Ik met Mijn Hand heb geschapen?”

[Suurat Saad; 75]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“En de Joden zeggen: "De Hand van Allah is gebonden." Hun handen zijn gebonden en zij zijn vervloekt voor hetgeen zij zeggen. Neen, Zijn Handen zijn wijd open, Hij geeft zoals Hij wenst.”

[Suurat Al-Maaidah; 64]

Zijn Ogen:

Allaah, de Verhevene, zegt:

“Wacht daarom geduldig op het Oordeel van uw Heer (oh Muhammad) want u bent onder Onze Ogen.”

[Suurat At-Tuur; 48]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“En Wij droegen hem (Nuuh) op iets (een ark), bestaande uit planken en spijkers. Het dreef onder Onze Ogen voort als een beloning voor hem, die verworpen was.”

[Suurat Al-Qamar; 13-14]
En Hij, de Verhevene, zegt:

“En Ik omhulde u (Muusa) met Mijn Liefde; opdat u zou worden grootgebracht voor Mijn Oog."

[Suurat Taa-Haa; 39]

Zijn Gehoor:

Allaah, de Verhevene, zegt:

“Allaah heeft het woord gehoord van degene die met u aangaande haar man twistte en tot Allaah klaagde. En Allaah heeft uw gesprek gehoord. Voorwaar, Allaah is Alhorend, Alziend.”

[Suurat Al-Mujaadalah; 1]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“En voorzeker, Allaah heeft de uiting gehoord van degenen (de Joden), die zeiden: "Allaah is arm en wij zijn rijk." “

[Suurat Ali-‘Imraan; 181]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Denken zij dat Wij hun heimelijk overleg en hun beraadslaging niet horen? Ja zeker, (dat doen Wij wel)! Onze Boodschappers bij hen schrijven alles op.”

[Suurat Az-Zakhruuf; 80]

Ziende en Horende:

Allaah, de Verhevene, zegt:

“Hij (Allaah) zei: "Vreest niet, want Ik ben met u (Muusa en Haaruun). Ik hoor en Ik zie."

[Suurat Taa-Haa; 46]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Weet hij dan niet dat Allaah alles ziet?”

[Suurat Al-‘Alaq; 14]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Die u ziet wanneer u opstaat en uw bewegingen onder hen die zich neerwerpen (in aanbidding) want Hij is de Alhorende, de Alwetende.”

[Suurat Ash-Shu’araa; 218-220]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“En zeg: "Werk!, en Allaah zal met Zijn Boodschapper en de gelovigen uw werk zien.” ”

[Suurat At-Tawbah; 105]


En Hij, de Verhevene, zegt:

“Zijn Glorie met de Lof die Hem toekomt.”

[Suurat Ar-Ra’d; 13]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“En zij (de ongelovigen) maakten plannen (tegen ‘Isaa). Allaah maakte ook plannen (tegen hen), maar Allaah is de Beste van allen die plannen maken.”

[Suurat Ali-‘Imraan; 54]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“En zij smeedden een plan en Wij maakten ook een plan (tegen hen) maar zij bemerkten het niet.”

[Suurat An-Naml; 50]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Voorwaar zij smeden een plan (tegen u, oh Muhammad). En ook Ik smeed een (machtiger) plan (tegen hen).”

[Suurat At-Taariq; 15-16]

Zijn Vergeving:

Allaah, de Verhevene, zegt:

“Of u een goede daad openlijk verricht of deze verbergt, of een kwaad vergeeft, Allaah is voorzeker de Inschikkelijke, de Almachtige.”

[Suurat An-Nisaa; 149]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Laten zij vergeven en over het hoofd zien. Wenst u dan niet dat Allaah u zou vergeven? Allaah is Vergevensgezind, Genadevol.”

[Suurat An-Nuur; 22]

Zijn Eer:

Allaah, de Verhevene, zegt:

“…maar de Eer behoort aan Allaah, Zijn Boodschapper en de gelovigen.”

[Suurat Al-Munaafiquun; 8]

En Hij, de Verhevene, zegt:

“Hij (Iblees) zei: "Bij Uw Eer, ik zal hen allen zeker doen dwalen!”

[Suurat Saad; 82]