Stichting Moskee Al-Mohsinien Meppel
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Stichting Moskee Al-Mohsinien Meppel

Stichting Moskee Al-Mohsinien Meppel
 
IndexIndex  ZoekenZoeken  Laatste afbeeldingenLaatste afbeeldingen  RegistrerenRegistreren  InloggenInloggen  

 

 Al-‘Aqeedah Al-Waasitiyyah (deel 9)

Ga naar beneden 
AuteurBericht
mourad




Aantal berichten : 38
Registration date : 31-12-07

Al-‘Aqeedah Al-Waasitiyyah (deel 9) Empty
BerichtOnderwerp: Al-‘Aqeedah Al-Waasitiyyah (deel 9)   Al-‘Aqeedah Al-Waasitiyyah (deel 9) Emptydi feb 05, 2008 9:10 pm

Ahl Al-Bayt, Ummahaat Al-Mumineen en de Sahaabah

Hoofdstuk 4

[De Familie van de Profeet, de Moeders der Gelovigen en de Metgezellen van de Profeet]


De Sahaabah, radiya Allaahu ‘anhum, de Metgezellen van de Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam

Uit de grondbeginselen van de Mensen van de Sunnah en de Gemeenschap (Ahl As-Sunnah Wal-Jamaa’ah) komt reinheid van tong en hart voort ten opzichte van de Metgezellen (radiya Allaahu ‘anhum) van de Boodschapper van Allaah (salla Allaahu ‘alayhi wa sallam), zoals Allaah, de Verhevene, hen heeft omschreven:

“En degenen die na hen (de Sahaabah) kwamen, zeggen: "Onze Heer, vergeef ons en onze broeders, die ons voorgingen in het geloof en laat geen wrok in ons hart blijven tegen de gelovigen. Onze Heer!, U bent inderdaad Liefderijk, Genadevol."

[Suurat Al-Hashr; 10]

En gehoorzaam de uitspraak van de Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam:

“Verguis mijn Metgezellen niet. Bij Degene (Allaah) in Wiens Hand mijn ziel is!, als iemand van jullie goud uitgeeft (op de Weg van Allaah) zo hoog opgestapeld als de berg Uhud, dan zal het niet gelijk staan aan een beker of de helft ervan, van één van hen.”

[Overgeleverd door Imaam Al-Bukhaari, Imaam Muslim, Imaam Abu Daawud, Imaam At-Tirmeedhi, Imaam Ibn Maajah en Imaam Ahmad Ibn Hanbal, rahimahum Allaah.]

De Mensen van de Sunnah accepteren wat de Quraan, de Sunnah en de consensus hen heeft geleerd over de deugden en de hoge rang van de Sahaabah, radiya Allaahu ‘anhum. Dus zij verkiezen degenen die (hun rijkdom) uitgaven en streden voordat de overwinning plaatsvond – dus het Verdrag van Hudaybiyyah [35] [*] – boven degenen die daarna uitgaven en streden. Zij verkiezen de Muhaajiruun (de Immigranten) over de Ansaar (de Helpers). Zij geloven dat Allaah, de Verhevene, zei tegen de Mensen van Badr – zij waren met meer dan driehonderd -:

“Doe wat jullie willen want Ik heb jullie reeds vergeven.”

[Overgeleverd door Imaam Abu Daawud, rahimahu Allaah.]

En ook:

“Zij geloven dat niemand die onder de boom [36] zijn trouw beloofde aan de Profeet (salla Allaahu ‘alayhi wa sallam) de Hel zal hoeven betreden.”

[Overgeleverd door Imaam Muslim, rahimahu Allaah.]

…zoals de Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam, heeft verklaard maar dat Allaah, de Verhevene, tevreden met hen was en zij met Hem – en zij waren met meer dan eenduizend en vierhonderd.

Zij schrijven het Paradijs toe aan een ieder aan wie de Boodschapper van Allaah (salla Allaahu ‘alayhi wa sallam) het Paradijs heeft toegeschreven zoals de tien [**] en Thaabit Ibn Qays Ibn Shammas en anderen onder de Sahaabah, radiya Allaahu ‘anhum.

Zij accepteren wat voortdurend is overgeleverd van de Prins der Gelovigen, ‘Ali Ibn Abi Taalib, radiya Allaahu ‘anhu wa karrama Allaahu wajhah, en van anderen, dat de beste mannen van deze Ummah, na de Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam, de volgende mannen zijn: Abu Bakr en dan ‘Umar en dan ‘Uthmaan en dan ‘Ali Ibn Abi Taalib (radiya Allaahu ‘anhum). Alle overleveringen wijzen erop en alle Sahaabah (radiya Allaahu ‘anhum) zijn het erover eens om ‘Uthmaan (radiya Allaahu ‘anhu) voorrang te geven vanwege de belofte van zijn trouw (Al-Bay’ah), ook al verschillen sommigen van de Mensen van de Sunnah van mening over of ‘Uthmaan of ‘Ali (radiya Allaahu ‘anhumaa) voorrang heeft, nadat zij wel overeenstemming hebben bereikt over het verkiezen van Abu Bakr en ‘Umar (radiya Allaahu ‘anhumaa). Sommigen gaven de voorkeur aan ‘Uthmaan (radiya Allaahu ‘anhu) en zwegen en beschouwden ‘Ali (radiya Allaahu ‘anhu wa karrama Allaahu wajhah) als de vierde. Echter waren er ook mensen die de voorkeur gaven aan ‘Ali (radiya Allaahu ‘anhu wa karrama Allaahu wajhah) maar toch neutraal bleven. Maar de Mensen van de Sunnah hebben er overeenstemming over bereikt om ‘Uthmaan, radiya Allaahu ‘anhu, de voorkeur te geven, ook al is deze zaak – de zaak van ‘Uthmaan en ‘Ali – niet één van de grondbeginselen. De meerderheid van de Mensen van de Sunnah beschouwen een meningsverschil in deze zaak niet als een misleiding. Eerder ligt het in de zaak van “de Kwestie van het Khalifaat” waarvan degene die erover van mening verschilt, misleid is.

Ahl As-Sunnah geloven dat de Khaleef na de Boodschapper van Allaah (salla Allaahu ‘alayhi wa sallam), Abu Bakr is, en dan ‘Umar en dan ‘Uthmaan en dan ‘Ali (radiya Allaahu ‘anhum) en wie ook het Khalifaat van deze Imaams uitdaagt is inderdaad meer verloren dan een ezel!

Ahl As-Sunnah zouden zich niet moeten bezighouden met wat er is gebeurd aan meningsverschillen tussen de Sahaabah en zij zouden moeten zeggen: “Een deel van de overleveringen die verhalen over hun fouten zijn onwaar en aan sommigen is toegevoegd of weggelaten of zij zijn verdraaid. Het gedeelte dat waarheid is, daarvan worden zij vrijgesteld omdat zij ofwel hun persoonlijke mening uitten en gelijk hadden, ofwel hun persoonlijke mening uitten en ongelijk hadden.”

Ahl As-Sunnah denken niet dat elk van de Sahaabah vlekkeloos is in het begaan van grote zonden of kleine zonden maar dat het aannemelijk is dat zij algemene overtredingen begaan. Desondanks hebben zij de voorkeur in de acceptatie van de Islaam en het verrichten van goede daden waardoor zij in aanmerking komen voor vergeving van wat zij misschien hebben gedaan tot op het punt dat hun overtredingen hen zijn vergeven. Dezelfde overtredingen zullen niet worden vergeven voor degenen die na hen kwamen omdat zij (de Sahaabah) het voordeel hebben in het verrichten goede daden die de slechte daden uitwissen, een voordeel dat de generaties na hen niet hebben. Dit wordt bevestigd in de woorden van de Boodschapper van Allaah (salla Allaahu ‘alayhi wa sallam):

“Dat zij de beste (mensen) zijn van alle generaties.”

[Overgeleverd door Imaam Al-Bukhaari en Imaam Muslim, rahimahumaa Allaah]

“Dat een beker aan liefdadigheid die één van hen misschien heeft uitgegeven, beter is dan een berg goud ter grootte van de Berg Uhud die wordt gegeven door iemand die na hen komt.”

[Overgeleverd door Imaam Al-Bukhaari en Imaam Muslim, rahimahumaa Allaah]

Bovendien, als iemand van hen (de Sahaabah) een overtreding beging, dan toonde hij daar zonder twijfel berouw voor of verrichtte hij goede daden die deze overtreding voor hem uitwiste of werd hij vergeven vanwege de deugd van het vanaf het begin accepteren van de Islaam of door de bemiddeling van Muhammad (salla Allaahu ‘alayhi wa sallam) aangezien zij het meest recht hebben op zijn bemiddeling, of vanwege een ramp die hen in deze wereld overkwam waardoor die overtreding verviel. Maar als dit al het geval was in werkelijke overtredingen, wat dan te denken van de zaken waarin zij Mujtahideen waren (en een onafhankelijk oordeel velden in wettelijke of theologische zaken)? Als zij gelijk hadden in hun Ijtihaad dan ontvingen zij een dubbele beloning en als zij het mis hadden dan ontvingen zij één beloning en het feit dat zij het mis hadden werd hen vergeven.

Verder is de verwerpelijke hoeveelheid van hun daden verwaarloosbaar in vergelijking met hun deugden. Hun deugdzaamheid ligt in het geloof in Allaah, de Verhevene, en Zijn Boodschapper, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam, in de Jihaad op Zijn Pad, de Hijrah (emigratie) van Makkah naar Al-Madeenah, de steun aan de Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam, en het Geloof , de kostbare kennis en de goede daden. Wie ook het leven van de Sahaabah objectief bestudeert, met inzicht en met hetgeen Allaah, de Verhevene, aan hen heeft verleend aan deugden, zal ongetwijfeld ontdekken dat zij de besten der mensen waren na de Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam, dat er nooit iemand was en nooit iemand zal zijn zoals zij en dat zij inderdaad de allerbeste (mensen) waren van de generaties van de Ummah, die op zichzelf al de beste der volkeren is en het meest eerbaar in de Ogen van Allaah, de Verhevene.

Ahl Al-Bayt (De Familie van de Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam)

Ahl As-Sunnah zouden van de familie van de Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam, moeten houden, hen moeten steunen en de wil van de Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam, met betrekking tot hen moeten respecteren, zoals hij in Ghaadir Al-Khum zei:

“Ik vraag jullie bij Allaah om voor mijn familie te zorgen, ik vraag jullie bij Allaah om voor mijn familie te zorgen.”

[Overgeleverd door Imaam Muslim, rahimahu Allaah.]

De Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam, zei tegen zijn oom, Al-‘Abbaas, toen hij tegen hem klaagde dat sommige mannen van de Quraysh wrok koesterden tegen de Banu Haashim (de stam van de Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam):

“Bij Degene (Allaah) in Wiens Hand mijn ziel is!, zij zullen nooit gelovigen zijn totdat zij van jou houden omwille van mijn relatie tot jou.”

[Overgeleverd door Imaam Ahmad Ibn Hanbal, rahimahu Allaah, en anderen.]

De Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam, zei ook:

“Waarlijk, Allaah heeft de zonen van Isma’eel gekozen en uit hun midden koos Hij de Kinaanah en uit de Kinaanah koos Hij de Quraysh en uit de Quraysh koos Hij de Banu Haashim en uit de Banu Haashim koos Hij mij.”

[Overgeleverd door Imaam Muslim en Imaam Ahmad Ibn Hanbal, rahimahumaa Allaah.]

Ummahaat Al-Mumineen (De Vrouwen van de Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam, de Moeders der Gelovigen, moge Allaah de Verhevene tevreden met hen zijn)

Ahl As-Sunnah zouden de vrouwen van de Boodschapper van Allaah, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam, de Moeders der Gelovigen, moeten steunen en zij zouden moeten geloven dat zij zijn vrouwen zullen zijn in het Hiernamaals, vooral Khadijah (radiya Allaahu ‘anha), de moeder van de meeste van zijn kinderen en de eerste persoon die in hem geloofde en hem steun verleende en hij, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam, had een diepgeworteld respect voor haar.

En ‘Aaishah, As-Siddeeqah, de dochter van Abu Bakr As-Siddeeq (moge Allaah de Verhevene tevreden zijn met haar en haar vader) en over wie de Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam, zei:

“De superioriteit van ‘Aaishah over de vrouwen is zoals de superioriteit van Ath-Thareed (een maaltijd bestaande uit brood, vlees en bouillon) over de rest van het voedsel.”

[Overgeleverd door Imaam Al-Bukhaari en Imaam Muslim, rahimahumaa Allaah.]

Ahl As-Sunnah zouden de doctrine van de Rawaafed en degenen die de Metgezellen van de Profeet haten, moeten verwerpen en hen moeten beschimpen.

Zij zouden ook de doctrine van de Nawaaseb [37] (degenen die de familie van de Profeet, salla Allaahu ‘alayhi wa sallam, verbaal of daadwerkelijk willen schaden) moeten verwerpen.

Karaamat Al-Awliyaa (De Wonderen van de Heiligen)

Uit de grondbeginselen van de Mensen van de Sunnah en de Gemeenschap (Ahl As-Sunnah Wal-Jamaa’ah) vloeit het geloof voort in de Wonderen van de Heiligen (Karaamat Al-Awliyaa); Allaah de Verhevene heeft bovennatuurlijke daden in hen geschapen in alle aspecten van het leven, en openbaringen (Mukashafaat) en macht en indrukken. Dit was reeds bekend bij aloude beschavingen, zoals in Suurat Al-Kahf (hoofdstuk 18) en in andere Quraanische hoofdstukken en het is bekend van de eerste mannen van deze Ummah onder de Sahaabah en de Taabi’uun en onder de rest van de generaties van deze Ummah. Het (deze gunst) zal bij hen blijven tot de Dag der Opstanding
Terug naar boven Ga naar beneden
 
Al-‘Aqeedah Al-Waasitiyyah (deel 9)
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Stichting Moskee Al-Mohsinien Meppel :: Algemeen :: Islam in het algemeen-
Ga naar: