Integratieprobleem zit tussen de oren.

Integratieprobleem zit tussen de oren.

Niet zo lang geleden stapte ik in Meppel de Armeense winkel binnen om wat exotische boodschappen te doen. Binnen trof ik de verkoopster aan en een klant van waarschijnlijk Iranese afkomst. De verkoopster groette ons vriendelijk en vroeg hoe het ging. “Humm ja, gaat goed” bromde de Iranese klant maar keek er niet bepaald gelukkig bij. Toen de verkoopster zag dat al de drie aanwezigen van allochtone afkomst waren schudde ze mismoedig het hoofd en zei; “Ja, ja wij allochtonen altijd zeggen gaat goed maar van binnen niet voelen goed!”. Alle drie moesten we lachen om die tegenstrijdigheid en gevoelsmatig wisten we van elkaar wat er bedoeld werd. De laatste 2 jaar hoef je maar de televisie aan te zetten of de krant open te slaan of je wordt weer geconfronteerd met het superprobleem van Nederland namelijk: de integratie van allochtonen. De politiek draait overuren rondom dit thema, de ene partij roept harder dan de andere partij dat de allochtonen niet willen integreren en dat de integratie mislukt is. Ook het ene incident na het andere, de ene uitspraak na de andere wordt toegeschreven aan het grote integratieprobleem. Ook worden er uitspraken van elkaar gekopieerd alsof men aan het afkijken is tijdens een proefwerk, je hoort er tegenwoordig pas echt bij als je het integratieproces van de afgelopen 30 jaar verwerpt en allerlei verboden verzint om de allochtonen te laten integreren. Zou een verbod op Islamscholen en hoofddoekjes werkelijk leiden tot integratie? Zou een stop op de importhuwelijken en een dubbele nationaliteit leiden tot integratie? Ik vraag het mij af! Laten we niet vergeten dat het hier om basisrechten gaat, aantasting hiervan leidt alleen maar tot desintegratie.

Waar is de mythe van het integratieprobleem eigenlijk begonnen? Het integratieprobleem is geboren te Rotterdam en Pim Fortuyn was de aartsvader van het integratieprobleem. Hij kaartte (terecht) een aantal problemen in Rotterdam aan, waar 40 % van de inwoners allochtoon is. Waar huisvesting een probleem is omdat sommige wijken bewoond worden door 70 % allochtonen en daardoor ook zwarte scholen zijn ontstaan. Werkgelegenheidsproblemen door de hoge werkloosheid en de slechte kansen door armoede. De zorg in Rotterdam is ook al overbelast door de slechte gezondheidssituatie van de vele mensen. Maar om te zeggen dat deze problemen het gevolg zijn van een mislukte integratie vind ik te ver gaan. Dat soort problemen horen bij een grote stad of dat nou New York is of Casablanca, Parijs of Mexico-city. Het gekke is dat heel Nederland die gedachte van mislukte integratie lijkt over te nemen, bijna elke gemeente waant zich zowat Rotterdam!! Zelfs een gemeente als Staphorst of een dorp als Warfstermolen denkt misschien wel over een zwart wijkje te beschikken met een moskee inclusief foute imam. Iedereen heeft wel een stevige mening over het grote integratieprobleem en heeft een of andere harde aanpak in gedachten.

Nee, mensen volgens mij moeten we ontwaken uit de illusie dat er een integratieprobleem bestaat. Er zijn inderdaad problemen op de terreinen Onderwijs, Arbeid, Zorg, Veiligheid en Huisvesting. En we moeten ze gezamenlijk aanpakken omdat het “onze” problemen zijn en niet alleen van de allochtonen of autochtonen. Het is zonde van de tijd en belastingcenten om het alleen maar over uitspraken en incidenten te hebben waar afstand van genomen moet worden door moslims, boeken die verboden moeten worden en hoofddoekjes die wel “rauw” gelust worden. En wat betreft integratie, we moeten maar eerst eens een norm vaststellen voor integratie! Wanneer ben je succesvol geïntegreerd? Wie is geïntegreerd, een Marokkaanse vrouw met hoofddoek die een hoge opleiding heeft genoten in Nederland en werkt of een Marokkaanse vrouw zonder hoofddoek en hippe kleren aan, die gebrekkig Nederlands praat en niets met de arbeidsmarkt te maken wil hebben. Wie is geïntegreerd ene Said met een Marokkaans paspoort die veel tijd in de moskee doorbrengt en verder een baan heeft in een magazijn of de blitse Achmed die Amsterdams-Nederlands praat, al z’n vrije tijd verslijt in het café en die ’s nachts de stad onveilig maakt? Ik weet het niet, weet u het?